id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19402 | blad van een lepel | lepel: lëpel (Gronsveld) | Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] III-2-1 |
33156 | blad van het strosnijmes | mes: męts (Gronsveld) | Het metalen deel van het strosnijmes. Vergelijk ook de lemma''s ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en ''blad van de zicht'' (4.3.7) in deze aflevering. Zie voor het verschijnsel dat de naam van de gereedschap als geheel ook wordt gebruikt voor het werkend deel ervan, ook het lemma ''vlegelknuppel, slaghout'' (6.1.10) in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103a] I-4 |
32972 | blad, bladeren van een plant | blaadje: blęd˱šǝ (Gronsveld), blad: blāt (Gronsveld), blǭt (Gronsveld), blader: blǭi̯ǝr (Gronsveld), blǭǝr (Gronsveld) | Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4 |
20748 | bladerdeeg | schilferdeeg: sjuelverdèig (Gronsveld) | bladerdeeg III-2-3 |
24718 | bladerloze boom | kale boom: ideosyncr. ’nne kaole (Gronsveld) | Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)] III-4-3 |
33504 | bladkool, snijkool | schelk: groene bladkool die gegeten wordt sjélek (Gronsveld) | bladkool I-7 |
24514 | bladrozet van de paardebloem | konijnsvoer: - knynsvoor (Gronsveld), suikerij: sôkke’rej (Gronsveld), - sôkkerej (Gronsveld) | paardebloem || paardebloem, bladrozet van III-4-3 |
21835 | bladzijde | bladzijde: bladzij (Gronsveld) | ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1 |
19978 | blaffen | bletsen: Gronsveld Wb bletsje (Gronsveld) | Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1 |
19458 | blaker | blaker: blaker (Gronsveld) | Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)] III-2-1 |