29941 |
verstekhaak |
schuinse haak:
šø̜jnsǝ hǭk (Q193p Gronsveld)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.]
II-9
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
schuif:
šø̜i̯f (Q193p Gronsveld)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelander:
̇ęjŋǝlɛndǝr (Q193p Gronsveld)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koek hellen:
koek helle (Q193p Gronsveld),
Zie ook: toûw hawe, hoën [Dit [toûwhawwe] gebeurt als volgt: degene die de medespelers moet zoeken staat, terwijl hij het gezicht met de handen of benedenarm bedekt, met het hoofd tegen een boom of muur geleund. Hij telt tot een van tevoren afgesproken getal terwijl de andern zich verstoppen. Is hij met tellen klaar dan roept hij: "Ich kaom"].
koek helle (Q193p Gronsveld),
versteken:
Zoûw vr ôs goën -: verstoppertje spelen.
versjtëke (goën) (Q193p Gronsveld)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Verstoppen. || Verstopperje spelen.
III-3-2
|
34235 |
verstopte speen |
stopdeem:
(mv)
štøpdɛmǝ (Q193p Gronsveld)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
32577 |
verteerde mest |
korte mest:
kǫrtǝ [mest] (Q193p Gronsveld),
rotte mest:
rǫtǝ [mest] (Q193p Gronsveld)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
19304 |
vertrouwen |
vertrouwen:
vertroûwe (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18928 |
vervelend werk |
geneuk:
genuüks (Q193p Gronsveld)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18820 |
verveling |
verveling:
vervèling (Q193p Gronsveld)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19270 |
verwaarlozen |
vernachlssigen (du.):
vernaolistige (Q193p Gronsveld)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|