e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorhoofd front: front (Gronsveld), voorkop: voeurkop (Gronsveld) voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
voorklauw teen: tīn (Gronsveld) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knēi̯ (Gronsveld) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voornemen voornemen: vuurnëme (Gronsveld) wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)] III-1-4
voornemens zijn van zin zijn: van zênne (Gronsveld), van zins zijn: van zêns (Gronsveld) van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
vooroverduikelen duikelen: duukele (Gronsveld) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-1-2
voorpoten met dikke knie stalknieën: štālknēi̯ǝ (Gronsveld) [N 3A, 143; monogr.] I-11
voorraad voorraad: vuurraod (Gronsveld) de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)] III-3-1
voorschaar pelleux: peli (Gronsveld), pøli (Gronsveld), schupje: šø̜pkǝ (Gronsveld) De vóór het kouter geplaatste kleine schaar, die bij het ploegen de bovenste laag van de "harde voor" afschilt en deze met de mest en evt. onkruid in de open voor schuift. De in dit lemma vermelde meervoudsvormen zijn waarschijnlijk verstrekt naar aanleiding van een wentelploeg, die immers van twee boven elkaar staande voorscharen is voorzien. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegschaar. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2c ; N 11, 31.IV.a; N 11, 33f + g; N 11A, 85a; monogr.] I-1
voorschieten voorschieten: vuursjeete (Gronsveld) Voorlopig voor iemand betalen [verschieten? b.v. ik zal het wel voor u verschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1