19435 |
wit zand, stooizand |
zand:
zaand (Q193p Gronsveld)
|
De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33600 |
witlof |
brussels lof:
brussels loüf (Q193p Gronsveld),
witlof:
witloüf (Q193p Gronsveld)
|
witlof
I-7
|
24521 |
witte abeel |
belboom:
bélboüm (Q193p Gronsveld),
ideosyncr.
bélboum (Q193p Gronsveld),
bélbouwm (Q193p Gronsveld)
|
abeel, boomsoort || De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20575 |
witte kaas, wrongel |
bakkerskaas:
bêkkeskies (Q193p Gronsveld),
fluiterd:
fluitert (Q193p Gronsveld),
fluitkaas:
fluetkies (Q193p Gronsveld),
makei:
makkej (Q193p Gronsveld),
witte kaas:
witte kies (Q193p Gronsveld)
|
kwark || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20654 |
witte kool |
wit moes:
wit moos (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld,
Q193p Gronsveld),
witmoes:
witmoos (Q193p Gronsveld)
|
kool (witte -) || witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)]
I-7, III-2-3
|
24280 |
witte kwikstaart |
akkermannetje:
’akkermenneke (Q193p Gronsveld),
kwikstaart:
kwiksjtart (Q193p Gronsveld),
kwiksjtert (Q193p Gronsveld),
witte kwikstaart:
witte kwiksjtart (Q193p Gronsveld)
|
kwikstaart || kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] || kwikstaart, witte —
III-4-1
|
33913 |
witte vlekken |
vreemd haar:
vrē̜m hǭr (Q193p Gronsveld)
|
Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s]
I-9
|
34195 |
witte vloed |
witvuiler:
wetvūlǝr (Q193p Gronsveld)
|
Baarmoederontsteking. Een voortdurende uitvloeiing van etter uit de schaam. Zie ook het lemma ''baarmoederontsteking'', ''witte vloed'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 28; A 48A, 42; N 3A, 99]
I-11
|
24574 |
witte waterlelie |
plomp:
-
ploompe (Q193p Gronsveld)
|
witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
25529 |
witte, buitenlandse bloem |
patent:
patɛnt (Q193p Gronsveld),
patentbloem:
patɛntblom (Q193p Gronsveld)
|
De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16]
II-1
|