e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woord woord: wuərt (Gronsveld) woord [RND] III-3-1
wormbulten gezwel: gǝžwɛl (Gronsveld), knobbelen op de rug: knobǝlǝ op dǝ rø̜k (Gronsveld) In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk ge√Ønfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.] I-11
wormstekig de worm in hebben: ideosyncr.  de wuerm ién hebbe (Gronsveld), de wormen in hebben: ideosyncr.  de wuerm ién hebbe (Gronsveld), wormstekig: wuremsjiëkig (Gronsveld) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] I-7, III-2-3
worst saucijsje: sesyske (Gronsveld), worst: woësj (Gronsveld), wuüsj (Gronsveld) saucijs || worst III-2-3
worstelen worstelen: worstele (Gronsveld) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
worstenbroodje saucijzenbroodje: sesijzebruudsje (Gronsveld) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel (alg.) wortel: wortel (Gronsveld), ideosyncr.  wortel (Gronsveld) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel III-4-3
wortelenstamppot noen ondereen: noon onderèin (Gronsveld), oranjerats: oranjerats (Gronsveld) hutspot || stamppot (van wortelen en uien) III-2-3
wortels rooien rooien: rōjǝ (Gronsveld) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje worteltjes: wörtelkəs (Gronsveld) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7