18066 |
spruw |
spruw:
sprouw (L249p Grubbenvorst)
|
spruw [SGV (1914)]
III-1-2
|
17910 |
spuiten |
spuiten:
spuite (L249p Grubbenvorst)
|
spuiten [SGV (1914)]
III-4-4
|
17819 |
staan |
staan:
stoan (L249p Grubbenvorst, ...
L249p Grubbenvorst)
|
staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)]
III-1-2
|
20125 |
staart |
staart:
staart (L249p Grubbenvorst),
stárt (L249p Grubbenvorst, ...
L249p Grubbenvorst),
stɛrt (L249p Grubbenvorst)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-9, III-4-2
|
21272 |
stad |
stad:
stad (L249p Grubbenvorst),
stat (L249p Grubbenvorst)
|
stad [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
28377 |
stal |
stal:
sta.l (L249p Grubbenvorst)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
22730 |
standbeeld |
standbeeld:
stantbe.lt (L249p Grubbenvorst)
|
standbeeld [RND]
III-3-2
|
21260 |
steeg, steegje |
gats, gatsje:
gats (L249p Grubbenvorst),
getske (L249p Grubbenvorst)
|
steeg [SGV (1914)] || steegje [SGV (1914)]
III-3-1
|
17821 |
steek |
steek:
steek (L249p Grubbenvorst)
|
steek [SGV (1914)]
III-1-2
|
33039 |
steel van de zicht |
werf:
wɛ̄rǝf (L249p Grubbenvorst)
|
Houten gedeelte van de zicht. De lengte hiervan is ± 80 cm; aan het ene uiteinde zit het handvat en aan het andere wordt het blad bevestigd. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5. Vergelijk ook lemma en kaart ''steel van de zeis'' (3.2.3) in aflevering I.3. Omdat men ter plaatse de zicht vanouds niet gebruikte, is er voor de steel geen naam bekend in: L 312, 313, 315, 316, 353, 354, 355, 356, 358, 359, 361, 362, 363, 364, 365, 366, 368 en 413. Als voor dezelfde plaats zowel een simplex (werf, gewerf) alsook een samenstelling (zichtewerf e.d.) is opgegeven, is in dit lemma alleen het simplex opgenomen. De snaad-opgaven zijn wel overdrachtelijk vanwege de steel van zeis; de steel-opgaven zijn doorgaans jong. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht] zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 70a; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 8; L 45, 8; monogr.; add. uit: N 14, 131; A 14, 10; Lu 1, 16.2]
I-4
|