e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen bleu: bluu (Grubbenvorst), verlegen: verlège (Grubbenvorst, ... ) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: ik verlies ; ik verlees  verleeze (Grubbenvorst, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen vernielen: verneele (Grubbenvorst) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verschillende knikkerspelen: spel met knikkers en centen op een steen (trumpen) trumpen: trumpe (Grubbenvorst) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
verstandig verstandig: verstendig (Grubbenvorst) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstoppertje spelen bergemuisje spelen: bergemŭŭske spë (Grubbenvorst), tielepost spelen: tillepos speulen (Grubbenvorst) schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstøkke (Grubbenvorst), verstøkt (Grubbenvorst) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Grubbenvorst) de vespers [RND] III-3-3
vest rompje: rumke (Grubbenvorst), vest: ves (Grubbenvorst) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
veulen veulen: vø̄lǝ (Grubbenvorst) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9