e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien dooien: duië (Grubbenvorst) dooien [SGV (1914)] III-4-4
doop doop: duip (Grubbenvorst) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopjurkje doopkleedje: döypklɛtsjə (Grubbenvorst) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: doupvunt (Grubbenvorst), doͅupfunt (Grubbenvorst) doopvont [RND], [SGV (1914)] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: doorein (Grubbenvorst) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
doorn, stekel doorn: doare (Grubbenvorst), doorn (mv.): döör (Grubbenvorst), døͅ:r (Grubbenvorst) doorn [SGV (1914)] || doornen [RND] || doorns [SGV (1914)] III-4-3
doornstruik doornenstruik: doarestroek (Grubbenvorst) doornstruik [SGV (1914)] III-4-3
dopen dopen: duipe (Grubbenvorst), döypə (Grubbenvorst, ... ) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3
dorp dorp: dörp (Grubbenvorst) dorp [SGV (1914)] III-3-1
dorpel dorpel: dorpel (Grubbenvorst), stoep: stup (Grubbenvorst) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9