e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haten haten: dat haatte hij ; det haden hê  hate (Grubbenvorst) haten [SGV (1914)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Grubbenvorst) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
havermout havermout: havermout (Grubbenvorst) havermout [SGV (1914)] III-2-3
hazelaar hazenotenstruik: heisenotestroek (Grubbenvorst) hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: heisenoot (Grubbenvorst) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
heen en weer (bewegen) op en af: hae löp op en na‧f (Grubbenvorst) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heer heer: hiər (Grubbenvorst) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: heis (Grubbenvorst) hees [SGV (1914)] III-1-2
heilig heilig: heilig (Grubbenvorst) heilig [SGV (1914)] III-3-3
heimwee huisziekte: hoesziekde (Grubbenvorst) heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] III-1-4