e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurpenning meepenning: meepenning (Grubbenvorst) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk houwelijk: houwelik (Grubbenvorst) huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
iemands overlijden aanzeggen ter lijk bidden: naaste buren  ter liek beeje (Grubbenvorst) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
ijs (alg.) ijs: ieəs (Grubbenvorst), iës (Grubbenvorst) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4
ijsbaan sneeuwbaan: sniêbaan (Grubbenvorst) Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)] III-3-2
ijzelen ijzelen: iezele (Grubbenvorst) ijzelen [SGV (1914)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gavel: gāvǝl (Grubbenvorst) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
illustratie illustratie (<fr.): illustratie (Grubbenvorst) illustratie [SGV (1914)] III-3-1
ingewanden ingewanden: ingewande (Grubbenvorst) ingewanden [SGV (1914)] III-1-1
inkuilen inkuilen: enkule (Grubbenvorst) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5