e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inspannen voorspannen: vørspanǝ (Grubbenvorst) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzouten zouten: zalte (Grubbenvorst) zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3
jak jak: jak (Grubbenvorst), lijfje: liefke (Grubbenvorst) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers jaloers: sjeloers (Grubbenvorst) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jammer jammer: ⁄t is jao‧mer (Grubbenvorst) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: hê(n) is jeurəg (Grubbenvorst), iss ... jaorig (Grubbenvorst) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jas: algemeen jas: jas (Grubbenvorst), jes (Grubbenvorst) jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jeneverbes miemer: miemer (Grubbenvorst) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] III-4-3
jeuk jeuks: juks (Grubbenvorst) jeuk [N 07 (1961)] III-1-2
jicht gicht: gich (Grubbenvorst) jicht [SGV (1914)] III-1-2