e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkhof kerkhof: kerkhòòf (Grubbenvorst, ... ) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkwaarts op de kerk aan: oppe kirk aan (Grubbenvorst) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kiE(R)emes (Grubbenvorst), kɛrməs (Grubbenvorst) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
kern sluik: sluk (Grubbenvorst) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kever, tor kever: kêver (Grubbenvorst), tor: tor (Grubbenvorst) kever [SGV (1914)] || tor [SGV (1914)] III-4-2
kibbelen stechelen: stèggele (Grubbenvorst) kibbelen [SGV (1914)] III-3-1
kiel hes: hiës (Grubbenvorst), kiel: keel (Grubbenvorst) hes (kiel) [SGV (1914)] || kiel [SGV (1914)] III-1-3
kiem scheut: scheut (Grubbenvorst) scheut [SGV (1914)] III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen kiemen: kimǝ (Grubbenvorst) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kieskeurig keverachtig: cf. WLD III, 2.3. p. 17 s.v. keverig (Kieskouwerig)  keeverechtig (Grubbenvorst) kieskeurig [SGV (1914)] III-1-4