e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linksvoor linksvoor: linksvoor (Grubbenvorst) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Grubbenvorst) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: lup (Grubbenvorst), løp (Grubbenvorst) lip [RND], [SGV (1914)] III-1-1
litteken litteken: litteike (Grubbenvorst) litteken [SGV (1914)] III-1-2
lof lof: ət luf (Grubbenvorst) het lof [RND] III-3-3
long long: long (Grubbenvorst), longe (Grubbenvorst) long [SGV (1914)] || longen [SGV (1914)] III-1-1
loof blader: blaar (Grubbenvorst), loof: louf (Grubbenvorst) bladeren [SGV (1914)] || loof [SGV (1914)] III-4-3
looi looi: loǝj (Grubbenvorst) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: loǝjǝ (Grubbenvorst) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: lot (Grubbenvorst) loot [SGV (1914)] III-4-3