e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachtboer pachtboer: pāxtbūr (Grubbenvorst) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: paxtǝ (Grubbenvorst) [S 27; monogr.] I-6
pachtersvrouw pachtboerin: paxtburen (Grubbenvorst) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad pad: ped (Grubbenvorst) pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: paad, pêj (Grubbenvorst) pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) paddestoel: peddestool (Grubbenvorst), peͅdəsto.l (Grubbenvorst) paddestoel [RND], [SGV (1914)] III-4-3
pak, kostuum pak: ein nu pak (Grubbenvorst), pak (Grubbenvorst) pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: oal (Grubbenvorst, ... ) aal [SGV (1914)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
pandverbeuren pandspelen: pandspele (Grubbenvorst) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2
pantoffel pantoffel: petoeffele (Grubbenvorst) Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3