e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverpastei leverpastei: lēͅ.vərpəsteͅi (Gruitrode) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lēͅ.vərworst (Gruitrode), lèverworst (Gruitrode), lééverwòrst (Gruitrode), witte worst: witte wòrst (Gruitrode) leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer poppenschreur: pòppesjrieêr (Gruitrode), waterspin: waterspin (Gruitrode) libel, waterjuffer || waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal liberaal: ’t is eine liberaal (Gruitrode) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lichaam: lichaam (Gruitrode), lijf: līēf (Gruitrode) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
licht vriezen rijmen: ri-jme (Gruitrode) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lichtgeraakt, kregel kort aangebonden: ook materiaal znd 28, 49  kort aangebonne (Gruitrode) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: ein lid (Gruitrode) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje lied: leed (Gruitrode), liedje: leedje (Gruitrode) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] III-3-2
liefkozen karnoffelen: zie ook knûffele  kernòffele (Gruitrode), moederen: Ich goan heivers, zag ¯r Ich goan nog èè bitsje mojere  mojere (Gruitrode) knuffelen, vrijen || lekker knuffelen III-1-4