17647 |
lies |
lies:
léés (L366p Gruitrode)
|
de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lieveheersbeestje:
livvenhiêrsbiêsje (L366p Gruitrode),
lievevrouwebeestje:
ook in ZND 16, 006
lievevrouwebeestje (L366p Gruitrode)
|
lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)]
III-4-2
|
18831 |
lijden |
lijden:
lett. en fig.
li-je (L366p Gruitrode)
|
pijn hebben
III-1-4
|
34185 |
lijfbieden, prolapsus vaginae |
het lijf af:
ǝt līf āf (L366p Gruitrode)
|
Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a]
I-11
|
20464 |
lijkbidder |
lijkbidder:
znd 1 a-m; znd 30, 25;
liekbij-jers (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
21098 |
lijnzaadmeel |
lijzentemeel:
līzǝtǝmēǝl (L366p Gruitrode)
|
De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
33275 |
lijnzaadpap |
lijzentepap:
lizętǝpap (L366p Gruitrode)
|
De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59]
I-5
|
21987 |
lijst met deelnemende duiven |
poulebrief:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
poelbreef (L366p Gruitrode)
|
de lijst waarop elke liefhebber zijn deelnemende duiven laat inschrijven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20492 |
likken |
lekken:
lèkke (L366p Gruitrode)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24486 |
linde |
lindeboom:
li-jnebuîm (L366p Gruitrode)
|
lindeboom
III-4-3
|