e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieren nieren: nērǝ (Gruitrode) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11
niet drachtig los: los (Gruitrode) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet goed gebroeid veel te heet hebben: vatǝ hȳt høbǝ (Gruitrode) Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.] II-1
nietsnut luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Gruitrode), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Gruitrode) (marktkramer) van niks || vent van niks III-1-4
nieuwe maan nieuw licht: nuw leecht (Gruitrode), nieuwe maan: nuw maon (Gruitrode), verandering van het licht: verànnering van ⁄t leecht (Gruitrode) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwsgierig nieuwsgierig: nûwsjiêrig (Gruitrode) nieuwsgierig III-1-4
nieuwsgierigaard nieuwsgierige naas: ein nûwsjiêrige naas (Gruitrode) een nieuwsgierig iemand III-1-4
nijptang pitstang: petstaŋ (Gruitrode), trektang: tręktaŋ (Gruitrode) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] || In het algemeen een tang die vooral dient om spijkers uit te trekken en metaaldraad, spijkers, dun plaatmateriaal, e.d. af te knippen. Zie ook afb. 95 en het lemma ɛnijptangɛ in wld II.11, pag. 92-93. Het woordtype vlechttang is de benaming voor een nijptang die wordt gebruikt bij het verwerken van betonijzer. Deze tang heeft kleinere bekken en langere armen dan de nijptang. Zie ook het lemma ɛbetonijzerɛ in Wld II.9, pag. 47.' [N 53, 142a-c; N 53, 143; monogr.] II-11, II-12
niknak niknakje: Syst. Frings onz.  neknakskəs (Gruitrode) Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3
niks waard niks waard: det is niks weerd (Gruitrode) Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] III-3-1