e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenkoek koek: Syst. Frings mnl.  kōk (Gruitrode), smoutkoek: smautkook (Gruitrode) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] || pannenkoek III-2-3
pannenkoekenbeslag deeg: Syst. Frings  dɛ̄i̯x (Gruitrode) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pantoffel slof: slof (Gruitrode) pantoffel [ZND m] III-1-3
pap pap: Syst. Frings vrl.  pap (Gruitrode), verkl. pepke Viêr det mager pepke, zag Jepke, gèèf ich nog gèè knepke  pap (Gruitrode) pap || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
pap (kropmelk) kropmelk: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  kropmelk (Gruitrode) Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)] III-3-2
papier papier: papeer verfrommele (Gruitrode) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paraplu paraplu: ich həb mine parapli in de statie laoten staon (Gruitrode) Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
parelen bruisen: brówse (Gruitrode), gisten: alleen bij het openen van de fles  gèsse (Gruitrode) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
paren van de duiven paren: pā.rə (Gruitrode) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
pasen pasen: paasche vilt laat (Gruitrode), t is laat paasche (Gruitrode) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3