25421 |
pezen blootleggen |
pezen slippen:
pē̜zǝ slepǝ (L366p Gruitrode)
|
Men maakt een snede achter de achillespees, waardoor deze bloot komt te liggen. Door het door de snede ontstane gat steekt men meestal een balkje, vaak voorzien van inkepingen. waarin dan de pezen worden geschoven, zodat deze niet weg kunnen schuiven. Zo wordt voorkomen dat het dier "dichtklapt". [N 28, 62; monogr.]
II-1
|
18806 |
piekeren |
prakkiseren:
hei zit doa altied te prakkeziere (L366p Gruitrode)
|
hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
17991 |
pijn |
pijn:
pien (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode,
L366p Gruitrode)
|
pijn [ZND 08 (1925)] || pijn: De handen van dat kleine kindje doen zeer [ZND 44 (1946)]
III-1-2
|
17992 |
pijnscheut |
kramp:
krampen (L366p Gruitrode)
|
Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20876 |
pijpensteel |
mondstuk:
mondstek (L366p Gruitrode)
|
Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
33055 |
pikbinder |
pikbinder:
pek˱be.nǝr (L366p Gruitrode)
|
Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
20811 |
pinda |
apenootje:
verkl. niêtsje Apeniêtsjes: apenootjes
apeniêtsje (L366p Gruitrode)
|
pinda
III-2-3
|
17670 |
pink |
pinkje:
pinkske (L366p Gruitrode)
|
Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
25253 |
pint, maat van 0,5 liter |
pintje:
pi-jntsj (L366p Gruitrode)
|
inhoudsmaat: pint
III-4-4
|
20060 |
pioen |
stinkbloem:
stinkbloem (L366p Gruitrode),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
stinkbloom (L366p Gruitrode),
stinkroos:
stinkruus (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.)
I-7, III-2-1
|