e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pezen blootleggen pezen slippen: pē̜zǝ slepǝ (Gruitrode) Men maakt een snede achter de achillespees, waardoor deze bloot komt te liggen. Door het door de snede ontstane gat steekt men meestal een balkje, vaak voorzien van inkepingen. waarin dan de pezen worden geschoven, zodat deze niet weg kunnen schuiven. Zo wordt voorkomen dat het dier "dichtklapt". [N 28, 62; monogr.] II-1
piekeren prakkiseren: hei zit doa altied te prakkeziere (Gruitrode) hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)] III-1-4
pijn pijn: pien (Gruitrode, ... ) pijn [ZND 08 (1925)] || pijn: De handen van dat kleine kindje doen zeer [ZND 44 (1946)] III-1-2
pijnscheut kramp: krampen (Gruitrode) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] III-1-2
pijpensteel mondstuk: mondstek (Gruitrode) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pikbinder pikbinder: pek˱be.nǝr (Gruitrode) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pinda apenootje: verkl. niêtsje Apeniêtsjes: apenootjes  apeniêtsje (Gruitrode) pinda III-2-3
pink pinkje: pinkske (Gruitrode) Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] III-1-1
pint, maat van 0,5 liter pintje: pi-jntsj (Gruitrode) inhoudsmaat: pint III-4-4
pioen stinkbloem: stinkbloem (Gruitrode), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  stinkbloom (Gruitrode), stinkroos: stinkruus (Gruitrode, ... ) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.) I-7, III-2-1