19404 |
rug van het lemmer |
botte kant:
bòtte kànt (L366p Gruitrode)
|
De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33198 |
rug, aangeaard stuk |
kant:
kant (L366p Gruitrode)
|
De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.]
I-5
|
33989 |
rugnet |
paardsnet:
[paardsnet] (L366p Gruitrode),
vliegennet:
[vliegennet] (L366p Gruitrode)
|
Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c]
I-10
|
33974 |
rugriem |
riem:
rēm (L366p Gruitrode)
|
Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69]
I-10
|
21936 |
ruien |
ruizelen:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
riezele (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22380 |
ruilen (als spel) |
tuisen:
tŭsə (L366p Gruitrode),
wille vè ins touse (L366p Gruitrode),
Omwisselen, kaartspelen, ruilen.
toeschen (L366p Gruitrode)
|
Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)] || Tuischen. [ZND m] || Willen we eens ruilen? [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
33750 |
ruin |
ruin:
rīn (L366p Gruitrode)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
roete (L366p Gruitrode)
|
Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)]
III-3-2
|
21937 |
ruitijd |
ruizeltijd:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
riezeltied (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17885 |
ruk |
snok:
snok (L366p Gruitrode)
|
Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|