e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spiegel spiegel: Es eme(s) te lang viêr de spiegel steit te ki-jke, dan steit den di-jvel achter hèèm(of hèèr)  spegel (Gruitrode) spiegel III-2-1
spieken afschrijven: aafschrieven (Gruitrode) spieken; Hoe noemt u bij een proefwerk stiekum gebruik maken van een boek of een papiertje/ [DC 48 (1973)] III-3-1
spijbelen heggenschool houden: heggeschool hawe (Gruitrode) Hoe noemt men het heimelijk, zonder medeweten van de ouders, wegblijven van school? [Lk 03 (1953)] III-3-1
spijker, nagel nagel: nāgǝl (Gruitrode  [(meervoud: nāgǝls of nē̜gǝl)]  ) In het algemeen het puntige, metalen staafje, waarmee iets vastgezet kan worden. [monogr.] II-12
spijkeren nagelen: nāgǝlǝ (Gruitrode), nīǝgǝlǝ (Gruitrode  [(vero)]  ) Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.] II-12
spikken spikken: spekǝ(n) (Gruitrode) Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
spinnen spinnen: speͅnə (Gruitrode) spinnen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
spionnetje, kijkgaatje loergat: N.B. eegaat=weg voor koeien door beemd vgl. Opglabbeek  loorgáát (Gruitrode) Raampje of gaatje in de deur om te zien wie er voor de deur staat (kijkvenstertje, oog, kijkgaatje) [N 79 (1979)] III-2-1
spit geschot: geschot = rugpijn  geschot (Gruitrode), verschot: verschoot (Gruitrode) een schietende pijn in de lenden (geschot ?) [ZND 35 (1941)] || Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)] III-1-2
spits, kop van de mijt kap: kap (Gruitrode) Het bovenste stukje van het dak van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4