e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken doorlaten: dūūrlaote (Gruitrode), gaarne een pitsen: géér ejne pitse (Gruitrode), kandelen: Ich zaat möt eine straffe kater, want staags van vèèrs hauw uis "kòmpeni-j"dureweg gekaanjeldsj  kaanjele (Gruitrode), lampetten: lampötte (Gruitrode), spaaien: spááje (Gruitrode), zuipen: zoepen (Gruitrode), zūpə (Gruitrode) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || stevig doordrinken || zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3
veelvraat vreetzak: vréétzàk (Gruitrode) veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3
veenlaag broek: brook (Gruitrode) laag veen, tussen moer en zand [derring, moes] [N 81 (1980)] III-4-4
veer pluim: plûm (Gruitrode), veer: vèèr (Gruitrode) pluim || veer, pluim III-4-1
veestapel veestapel: viǝstā.pǝl (Gruitrode) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen plukken: plękǝ (Gruitrode), plɛ̄kǝ (Gruitrode), zomen: zoǝmǝ (Gruitrode) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vegen, keren bezemen: besseme (Gruitrode), keren: kiêre (Gruitrode, ... ), kīēre (Gruitrode), kīrə (Gruitrode) de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] || Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)] || met de bezem vegen || schoonvegen || uitkeren III-2-1
vel op gekookte melk lies: lēs (Gruitrode), vel: vɛl (Gruitrode) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk lies: ook mat. van ZND 14, vr. 23  le:s (Gruitrode), vel: ook mat. van ZND 14, vr. 23  vel (Gruitrode) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3
veld, open land land: lànd (Gruitrode), veld: véld (Gruitrode), velder (mv.): véller (Gruitrode) veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)] III-4-4