22772 |
de helft vragen |
ieder half:
(hafj)
eeder hajf (L366p Gruitrode)
|
Wat roepen de kinderen als ze de helft vragen van iets, bijvoorbeeld van iets dat ze tegelijkertijd hebben gevonden? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
21420 |
de hort op |
op gang:
op gang zien (L366p Gruitrode)
|
Welke uitdrukking gebruikt men in Uw dialect voor: veel weg wijn, dikwijls niet thuis wezen? (Een dergelijke uitdrukkinng wordtt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaa [Lk 06 (1956)]
III-3-1
|
25396 |
de huid doorsnijden |
slippen:
slepǝ (L366p Gruitrode)
|
De eerste snede in de huid maken als begin van het villen. [N 28, 40; monogr.]
II-1
|
25401 |
de huid oprollen |
vel oprollen:
vɛl ǫprolǝ (L366p Gruitrode)
|
Na het afhuiden wordt de runderhuid opgerold of opgevouwen. Van tevoren vouwt men de huid van de poten en de kop naar binnen. Soms zout men de huid om bederf te voorkomen. [N 28, 55]
II-1
|
22387 |
de kaarten schudden |
schieten:
of sj?
de kaarte goot scheete (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dękǝ (L366p Gruitrode)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
25436 |
de organen verwijderen |
gemook uithalen:
gǝmȳk ȳthālǝ (L366p Gruitrode)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87]
II-1
|
22117 |
de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht |
tandem:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
tandem (L366p Gruitrode)
|
Hoe zegt men: de persoon die samen met de duivemelker de geloste duiven opwacht? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22735 |
de plank missen |
de plank misgooien:
hèe hèet de plank misgegoeit (L366p Gruitrode),
geen plank hebben:
hèe hèet gein plank (L366p Gruitrode)
|
In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
25400 |
de poten spannen |
bijeentrekken met haak:
bięjntrøkǝ mɛt hǭk (L366p Gruitrode)
|
Bij het afhuiden van de billen en de borst brengt men de linkerpoten, evenals de rechterpoten, naar elkaar toe, waardoor de huid strak gaat staan, wat het afhuiden vergemakkelijkt. Sommige slachters binden de beide poten aan elkaar vast of houden ze met haken bijeen, zodat ze beide handen vrij hebben; andere trekken de ene poot in de richting van de andere en houden hem dan tijdens het afhuiden vast. [N 28, 53]
II-1
|