17985 |
epidemie |
overgang:
overgang (L366p Gruitrode),
ziekte die besmettelijk is:
die zéékte is besmettelik (L366p Gruitrode)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33610 |
erf |
aangeleg:
āngəlēͅx (L366p Gruitrode)
|
I-7
|
22121 |
ergens buiten het hok blijven zitten |
verrekkeling (zn.):
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
verekkeling (L366p Gruitrode)
|
Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24971 |
ergens, hier of daar |
ergens:
örges (L366p Gruitrode),
hier en daar:
ps. in deel 2 staat: hi-j of doa.
hi-j en doa (L366p Gruitrode)
|
ergens, hier of daar
III-4-4
|
18837 |
ernstig |
echt:
dat is echt (L366p Gruitrode),
menens:
dat is meines (L366p Gruitrode)
|
het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ert (L366p Gruitrode),
ɛ.rǝt (L366p Gruitrode)
|
erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5, I-7
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
ranke (L366p Gruitrode)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
20861 |
erwtensoep |
erwtensoep:
Een volkse uitdr: Ertesop, di-j hiltsj de bòks op
ertesop (L366p Gruitrode)
|
erwtensoep
III-2-3
|
24529 |
es |
es:
eͅs (L366p Gruitrode)
|
es (boom) [ZND m]
III-4-3
|
24729 |
esdoorn |
essenboom:
of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable
essebaam (L366p Gruitrode)
|
es, esdoorn [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|