e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimlachen giechelen: gichelen (Gruitrode), glimlachen: glimlachen (Gruitrode, ... ) hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)] III-1-4
glimworm dwaallichtje: dwaallichtje (Gruitrode, ... ) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
gloed hitst: hitst (Gruitrode), schijn: niet alleen visueel  sji-jn (Gruitrode) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
goed luisteren goed luisteren: goot loestere (Gruitrode) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goede- opbrengst geven opbrengen: ǫbreŋǝ (Gruitrode) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigheid: Det minske is de gotigheid in persuun  gotigheid (Gruitrode), ook materiaal znd 24, 20  gootigheid (Gruitrode) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: des goot kuip (Gruitrode), det is te gooijekoēp (Gruitrode) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: bestste kŏŏp (Gruitrode), bəste kuip (Gruitrode) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoper beterkoop: bēͅter kuip (Gruitrode), bèter koop (Gruitrode) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak bluts: Mersi-j, de bös nûw ins echt ein gooj bluts Syn. dimpel  bluts (Gruitrode), flabbes: flabbes (Gruitrode), flauwerik: ook materiaal znd 24, 22  flauwerik (Gruitrode), goede jong: t is zoo ne gooije jong (Gruitrode), goede zak: ein gooi zak (Gruitrode), goede ziel: gooi ziêl (Gruitrode), lobbes: Syn. flabbes, ein gooiziêl, ein gooi zok...  löbbes (Gruitrode), pezerik: ook materiaal znd 24, 22  pezerik (Gruitrode), sok: ook materiaal znd 24, 22  zok van eine minsch (Gruitrode) goedaardige sul || goedzak [ZND 01 (1922)] || goedzakkig mens || t Is zulk een goeie jongen. [ZND 08 (1925)] III-1-4