| 23196 |
allerzielen |
allerzielen:
allerzielen (L366p Gruitrode)
|
Allerzielen. [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
| 23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
op den altoar (L366p Gruitrode)
|
Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
| 24297 |
alver |
aveltje:
auwelke (L366p Gruitrode)
|
alvermanneke (vis)
III-4-2
|
| 22030 |
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed |
meeuw:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
miewhe (L366p Gruitrode)
|
Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22107 |
andere inzetmogelijkheden |
asduif:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
as duuf vrei inleg (L366p Gruitrode)
|
Kent U nog andere inzetmogelijkheden? Graag benaming en omschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
met potje rammelen:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
rammelen met potje (voor) (L366p Gruitrode),
pet het potje rammelen:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
rammelen met potje (voor) (L366p Gruitrode)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)] || Kent U speciale lokroepen? Hoe luiden die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 25242 |
andere soorten sneeuw |
korrelsneeuw:
korrelsneeuw
kórrelsnīē (L366p Gruitrode),
kritselsneeuw:
fijne sneeuw
kritselsnīē (L366p Gruitrode),
plaksneeuw:
plaksneeuw (= vers).
plèksnīē (L366p Gruitrode)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 20656 |
andijvie |
andijvie:
andi.vi (L366p Gruitrode),
andievie (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
| 28580 |
angel |
angel:
a.ŋǝl (L366p Gruitrode),
aŋǝl (L366p Gruitrode)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
| 24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (L366p Gruitrode)
|
angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)]
III-4-2
|