e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een verkoudheid hebben de koorts hebben: ig höb der kots (Gulpen), een kou hebben: eng kou hubbe (Gulpen), het te pakken hebben: ig haan ut te pakke (Gulpen), ig höb het te pakke (Gulpen) Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
een wind laten ene laten vliegen: enge laote vlege (Gulpen) wind laten [N 10c (1995)] III-1-1
eend eend: ęnt (Gulpen), ɛnt (Gulpen) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eenmaal geschoren schaap éénmaal geschoren germ: ęǝmǭl gǝšǭǝrǝ germ (Gulpen) Bedoeld wordt een schaap dat eenmaal is geschoren en één paar vaste tanden heeft. Het schaap wordt voor de eerste keer geschoren als het ongeveer 15 maanden oud is. Het heeft twee tanden als het ongeveer een-en-driekwart jaar oud is. Men kan zeggen dat het in dit lemma gaat om een schaap van ongeveer 15 maanden tot ongeveer 2 jaar. [N 77, 12; N 77, 13; N 70, 6a; JG 1d; AGV, m 3; monogr.] I-12
eenvoudig eenvoudig: eenvoudig (Gulpen), einfach (du.): èevach (Gulpen), modest: modest (Gulpen), simpel: simpel (Gulpen) eenvoudig [SGV (1914)] || zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)] III-1-4
eenvoudige of armoedige woning barak: brak (Gulpen), boede: boet (Gulpen) Een eenvoudige, kleine, soms armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (kot, hut, brak, keet, patiek) [N 79 (1979)] III-2-1
eenzaam afgesloten: aafgeschloate (Gulpen), alleen: alleng (Gulpen) alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)] III-3-1
eer aan de vader eer aan de vader: ier an dr vadder (Gulpen) Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)] III-3-3
eerherstellende communie communie (<lat.) van eerherstel: kemune van ierhersjtèl (Gulpen) Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
eerlijk eerlijk: eerlijk (Gulpen), ierlijk (Gulpen), ieërlijk (Gulpen) eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4