e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getob; tobben gemartel: gemartel (Gulpen), gesukkel: gesukkel (Gulpen) gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Gulpen) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: de getuge bie t trouwe (Gulpen), getuige (Gulpen), getūg (Gulpen), trouwgetuige: trouwgetuge (Gulpen) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn bronken: bronke (Gulpen, ... ), getuigen: getuigen (Gulpen) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: getŭŭgge (Gulpen) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigenis getuig, het ~: ’t getūg (Gulpen), getuigenis: getuigenis (Gulpen) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle ingele (Gulpen) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  cachot (Gulpen, ... ), petoet: Van Dale: petoet, (sold., Barg.) cel, gevangenis.  patoet (Gulpen) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gèèëve (Gulpen) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Gulpen, ... ), geväölig (Gulpen) gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1