e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glastang glastang: glāstaŋ (Gulpen), platte tang: platǝ taŋ (Gulpen) Tang die bij zeer dik glas wordt gebruikt om na het snijden de overtollige stroken af te breken. [N 67, 58e] II-9
glazenkast glazenkast: glazekas (Gulpen) Kast met opbouw, voor zilver- of glaswerk (buffet, zilverkast, glazenkast) [N 79 (1979)] III-2-1
glazig glazerig: glazerig (Gulpen), glazig: glazig (Gulpen, ... ) glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
glazuur glazuur: glazuur (Gulpen) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email). [N 84 (1981)] III-1-1
glijbaan roetsjbaan: roetsjbaan (Gulpen) Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
glijden glitschen (du.): glietsje (Gulpen), glitsen: glietsje (Gulpen), schampen: sjampe (Gulpen, ... ), schuiven: schûve (Gulpen, ... ), slepen: sjliepe (Gulpen), Op een glijbaan.  sjliepe (Gulpen), slibberen: sjliebere (Gulpen) glijden [SGV (1914)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2, III-3-2
glimlachen monkelen: moenkele (Gulpen), monkele (Gulpen) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm glimworm: glímwurm (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  glimwurm (Gulpen), onzelieveherebeestje: O.L.H. bīuske (Gulpen), vuurmannetje: vuurmänneke (Gulpen, ... ), vuurvlieg: vuurvleeg (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  vuurvleeg (Gulpen), waaslicht: waaslich (Gulpen) glimworm [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gloed hits: hets (Gulpen) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gloria gloria (lat.): dr gloria (Gulpen) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3