e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkplein kerkplein: dr kerkpleij (Gulpen) Het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkportaal portaal (<oudfr.): t portaal (Gulpen) Het portaal van de kerk [kerkhal]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkraam kerkvenster: kèrkvinster (Gulpen) Een kerkraam. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkramen kerkvensters: kèrkvinstere (Gulpen) De kerkramen meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkstoel kerkstoeltje: kèrksjtölke (Gulpen) Kerkstoelen, de stoelen (met of zonder opklapbare zitting) waarop men zowel kan knielen als zitten [kerksteul, -stoele?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerktoren klokkentoren: klokketaoën (Gulpen) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkuil kerkuil: kirrikuul (Gulpen) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kerkvaandel kerkvaan: kerkvaan (Gulpen) Het kerkvaandel [de kirchevaan]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerkwaarts kerkwaarts: kirk wèts (Gulpen) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kE(R)emes (Gulpen), kɛrəməs (Gulpen) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2