e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kermis op sacramentsdag bronkkermis: bronk-kermis (Gulpen) kermis op sacramentsdag [VC 33 (1967)] III-3-2
kern knoest: knūǝš (Gulpen) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kern van een pit kern: der kaën (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  këen (Gulpen), WLD  keéën (Gulpen, ... ) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout hart: ’t hart (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  hart (Gulpen), kern: Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  keën (Gulpen), WLD  kern (Gulpen, ... ) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kerstavond kerstavond: Krisovvend (Gulpen) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeelden: krisbilder (Gulpen) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: krisbom (Gulpen) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kribbe: de krib (Gulpen), kribbetje: `t kribke (Gulpen) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstlied kerstliedje: krisliedsje (Gulpen) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstliederen zingen kerstliedjes zingen: krisliedsjer singe (Gulpen) Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)] III-3-2