e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korenbloem korenbloem: kōǝnblǫm (Gulpen), -  kowenblom (Gulpen) Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)] I-5, III-4-3
korenmijt zetten mijten: mītǝ (Gulpen) Het maken van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Het object van de overgankelijke werkwoorden is steeds: een korenmijt, of, kortweg, koren. [N 15, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
korhoen korhoen: korhoön (Gulpen) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
kornoelje (alg.) konkernol: kŏnkernool (Gulpen), kornoelje: kornoelje (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  kornoelje (Gulpen), WLD  kornoelje (Gulpen, ... ) De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || kornoelje [SGV (1914)] III-4-3
korst korst: kauwes (Gulpen) korst; de harde buitenkant van kaas, brood, een pasteitje noemt men in het Nederlands korst. Gebruikt men dit in uw dialect ook? Zo ja, hoe wordt het uitgesproken? [DC 44 (1969)] III-2-3
kortademig dempig: dempig (Gulpen) dempig [SGV (1914)] III-1-2
korte dikke wortel dikke wortel: dikke wortel (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  dieke wortele (Gulpen) Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)] III-4-3
korter maken een kortere weg pakken: ene kottere wèg pakke (Gulpen) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kortwieken stoepen: štupǝ (Gulpen) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostbaar kostbaar: kostbaar (Gulpen, ... ), kostelijk: köselik (Gulpen) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1