e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren, studeren studeren: sjtudeere (Gulpen) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
letterzetten letteren zetten: lętǝrǝ zetǝ (Gulpen) Letters en cijfers schilderen. [N 67, 82b] II-9
leugen leugen: leugen (Gulpen), läöege (Gulpen) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunstoel grootstoel: grūətštōl (Gulpen), leunstoel: läönsjtool (Gulpen) Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
leurder koopman: koopman (Gulpen) leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leuren de boer opgaan: der boer op (Gulpen), marchanderen (<fr.): marchanderen (Gulpen) leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)] III-3-1
lever lever: lē̜vǝr (Gulpen) Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] I-11
leverworst leverworst: laeverwoaöesj (Gulpen), leejverwoesch (Gulpen), leverwauésch (Gulpen), lĕverwoarsch (Gulpen), lĕverworsch (Gulpen), lèeverwaoësj (Gulpen) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer juffertje: jufferke (Gulpen), libel: libelle (Gulpen), waterjuffertje: waterjuffertje (Gulpen) libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)] III-4-2
lichaam lichaam: lichaam (Gulpen), lijf: líf (Gulpen) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || lichaam [SGV (1914)] III-1-1