23445 |
liturgische gewaden |
paramenten (<oudfr.):
paramente (Q203p Gulpen)
|
De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23311 |
lof |
lof:
t lof (Q203p Gulpen)
|
Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23663 |
lof met processie |
lof met processie (<lat.) om de kerk:
lof met processie um gn kerk (Q203p Gulpen)
|
Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21837 |
logeren |
logeren:
logeren (Q203p Gulpen)
|
in de winter bij elkaar gaan logeren [winterneven] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17688 |
long |
long:
long (Q203p Gulpen),
longe (Q203p Gulpen)
|
long [SGV (1914)] || longen [SGV (1914)]
III-1-1
|
34264 |
longen |
longen:
loŋǝ (Q203p Gulpen)
|
De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b]
I-11
|
25289 |
lood, maat van 10 gram |
lood:
loeəd (Q203p Gulpen),
lood (Q203p Gulpen)
|
de maat die een gewicht aangeeft van 10 gram [lood] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
30579 |
loodvergiftiging |
loodvergiftiging:
lūǝt˲vǝrgeftegeŋ (Q203p Gulpen)
|
Ziekte die ontstaat ten gevolge van het werken met loodhoudende verfstoffen. [N 67, 101; monogr.]
II-9
|
24846 |
loof |
blader:
blaar (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
loof:
loaf (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones lao = lang
laof (Q203p Gulpen),
WLD
lôôf (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
bladeren [SGV (1914)] || De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] || loof [SGV (1914)]
III-4-3
|
30797 |
looi |
looi:
luwǝ (Q203p Gulpen)
|
Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m]
II-10
|