33027 |
maaien met de zicht |
maaien:
[maaien] (Q203p Gulpen),
zichten:
zextǝ(n) (Q203p Gulpen)
|
Algemene benamingen voor de handeling van het maaien van het graan met de zicht. Vergelijk ook het lemma ''graan maaien met de zeis'' (4.4.1). De opgaven voor vraag N 15, 16f "slaan met de zicht" zijn grotendeels identiek met die voor de vragen "maaien", of "inkappen". Alleen werkelijke slaan-opgaven zijn ondergebracht in een apart lemma: ''slaan met de zicht'' (4.2.2). Wanneer het woordtype maaien is opgegeven in het zicht-gebied van kaart 19, dan moet dat geïnterpreteerd worden als "maaien in het algemeen"; de specifieke betekenis van maaien is immers "maaien met de zeis"; zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) in aflevering I.3, waar alle maaien-opgaven zijn gedocumenteerd. Zie voor de toelichting bij kaart 19 de algemene inleiding bij deze paragraaf. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) [maaien] zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3.' [N 15, 16a; JG 1a, 1b; A 3, 38 en 40d; A 4, 28; A 23, 16; L 4, 38; L 20, 28; L 39, 41; L 48, 34.1; Lu 1, 16; Lu 2, 34.2; R 3, 65; div.; monogr.; add. uit N 15, 16f; L 40, 8]
I-4
|
18150 |
maaivoeten |
fransen:
franse (Q203p Gulpen)
|
maaibenen: Met de voeten buitenwaarts gaan (maaibenen, maaien). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20509 |
maaltijd |
eten:
ĕe(ə)te (Q203p Gulpen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20593 |
maaltijd in de voormiddag |
koffiedrinken, het -:
s?murges
koffie drinken (Q203p Gulpen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22438 |
maandag voor aswoensdag |
blauwe maandag:
Blauwe maandag (Q203p Gulpen),
carnavalsmaandag:
carnevalsmaandag (Q203p Gulpen),
vastenavondsmaandag:
vastenaovendsmondag (Q203p Gulpen)
|
De naam voor de maandag vóór aswoensdag. [N 88 (1982)] || naam voor de maandag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)]
III-3-2
|
31153 |
maanmes |
halvemaand:
hōǝvǝmǭnt (Q203p Gulpen)
|
Mes waarmee men stukken leer voor de binnenhaam uitsnijdt. De vorm van het blad is een halve maan. Zie afb. 70. [N 36, 39; Li 1963, 38]
II-10
|
25165 |
maansverduistering |
mond-eclips:
monde klips (Q203p Gulpen)
|
Eclips van de maan [SGV (1914)]
III-4-4
|
17671 |
maantje op de nagel |
maantje:
mundsje (Q203p Gulpen),
mönsche (Q203p Gulpen)
|
maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
25162 |
maanx |
mond (du.):
mŏnd (Q203p Gulpen)
|
maan [SGV (1914)]
III-4-4
|
33107 |
maat houden bij het dorsen |
slaghouden:
šlāxhau̯ǝ (Q203p Gulpen)
|
Wanneer men met meer dan één man dorst, moet men goed de maat houden; zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf. In dit lemma staan de benamingen voor dit houden van de juiste maat bijeen. De uitdrukking boekweit dorsen, of beter: boekweitkoek dorsen of - slaan (en heteroniemen, zie het lemma ''boekweit'', 1.2.10) betekent doorgaans: "ritmisch, op maat dorsen"; de term is een onomatopee. Soms ook betekent de uitdrukking dat alle dorsers tegelijk slaan ten teken dat het dorsen klaar is. In L 326 merkt de zegsman opdat deze uitdrukking "verkeerd dorsen" betekent. Trompen is wel de benaming voor het ritmisch luiden van de kerkklok; vergelijk ook het type luiden zelf. Voor de fonetische documentatie van het woord [dorsen], zie het lemma ''dorsen'' (6.1.1).' [N 14, 12 en 14b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|