20573 |
middagmaal |
middag, de -:
middig (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
noen, de -:
de noon (Q203p Gulpen),
middageten
noon (Q203p Gulpen),
smiddegs
de noon (Q203p Gulpen),
noeneten:
noon èəten (Q203p Gulpen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 - 12 uur 30 [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
17668 |
middelvinger |
middelvinger:
middelvinger (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17690 |
middenrif |
middelrif:
middelrif (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
23353 |
middenschip |
middenschip:
middesjip (Q203p Gulpen)
|
De hoofdruimte, de grote middelruimte van een kerkgebouw [schip, langschip, middenschip, middelsjeep?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22877 |
midvoor |
centervoor:
centervoor (Q203p Gulpen)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
24352 |
mier |
amezeik:
aomezeke (Q203p Gulpen)
|
mier, alg. [DC 43 (1968)]
III-4-2
|
33555 |
mierikswortel |
mierrettich:
WLD
meerettich (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
rammenas:
?
rammanas (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
rammenas (Q203p Gulpen)
|
De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)]
I-7
|
33094 |
mijt afdekken |
dekken:
dękǝ (Q203p Gulpen)
|
De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
21745 |
mikken |
aanleggen:
aanlegge (Q203p Gulpen),
mikken:
mikken (Q203p Gulpen),
mîkə (Q203p Gulpen)
|
lonken (mikken) [RND] || scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
millimeter:
millimeter (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|