e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overall overall: øvǝral (Gulpen, ... ) Uit één stuk vervaardigd werkpak dat de metselaar ter bescherming over zijn gewone kleding aantrekt. [N 30, 5c; monogr.] || Uit één stuk vervaardigd werkpak van witte katoen dat de schilder ter bescherming over zijn gewone kleding aantrekt. [N 67, 100c] II-9
overgordijn gardijn: gardiŋ (Gulpen) gordijn III-2-1
overgronden, voorlakken nog eens in de grondverf zetten: nǫx˱ ens˱ e dǝ grǫnt˲vɛrǝf ˲zętǝ (Gulpen) Een tweede grondverflaag aanbrengen op het geschuurde en geplamuurde oppervlak. [N 67, 72c] II-9
overhoop halen meuren: maore (Gulpen) Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)] III-1-2
overleg overleg: der uverleg (Gulpen), uvverleg (Gulpen) de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)] III-3-1
overleggen kallen over: kalle uvver (Gulpen), overleggen: uverlegge (Gulpen), uvverlegge (Gulpen) anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] III-3-1
overmoedig gedrag bluf: blŭf (Gulpen), onbezonnen: onbezonne (Gulpen), stuit: sjtuut (Gulpen), vorwitzig (du.): vurwietsig (Gulpen) cranerie [SGV (1914)] || overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)] III-1-4
overmouwen kasmouwen: kasmǫu̯ǝ (Gulpen) De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
overrijp, beurs meletig: mëĕletig (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  mèeletig (Gulpen), melig: WLD  melig (Gulpen, ... ) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] I-7
overschilderen oververven: øvǝrvɛrǝvǝ (Gulpen) Een laag verf over een andere aanbrengen. [N 67, 77b] II-9