e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannen schuren schuren: sjoeëre (Gulpen), šūrə (Gulpen) metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] || Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)] III-2-1
pannenstrijker voegijzer: vōx˱īsǝr (Gulpen) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoefele (Gulpen), pantoffel (Gulpen), slob: sjloebe (Gulpen) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap brij: brīē (Gulpen, ... ), pap: pap (Gulpen, ... ) brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] III-2-3
papborstel stijfselkwast: štīfsǝlkwas (Gulpen) De borstel waarmee men het plaksel op het behang en de muren smeert. Vaak wordt als papborstel een blokwitter of een handveger gebruikt. [N 67, 94b] II-9
papier papier: papier (Gulpen) papier [SGV (1914)] III-3-1
paradijs paradijs: t paradies (Gulpen) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
parel parel: peèërel (Gulpen) parel [SGV (1914)] III-1-3
parelen borrelen: borrele (Gulpen, ... ), bruisen: broeze (Gulpen) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum odeur (fr.): odeur (Gulpen), parfum: parfum (Gulpen) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3