| 23995 |
penitentie |
penitentie (<lat.):
penetentie (Q203p Gulpen)
|
Penitentie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 20842 |
peper |
peper:
peäper (Q203p Gulpen),
pèjeper (Q203p Gulpen),
pèper (Q203p Gulpen),
pèəpər (Q203p Gulpen),
péäper (Q203p Gulpen)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
| 25645 |
peperkoekdeeg |
peperkoeksdeeg:
pē̜pǝrkōksdęx (Q203p Gulpen)
|
Volgens de informant van L 321 laat men een mengsel van roggebloem, honing, druivesuiker, water, oude koek een dag liggen. Vervolgens worden er ammonium en koolzuur bijgevoegd en wordt het gehele mengsel goed bewerkt. Dit laat men enige weken rusten waarna men begint met het opbraken van het peperkoekdeeg, telkens weer. Als het deeg plat is, wordt het opgerold en opnieuw gebraakt, totdat het taai is. Dezelfde vormen als voor taai-taai worden hiervoor gebruikt. [N 29, 88; N 29, 88a]
II-1
|
| 22893 |
periode van de ijsheiligen add. |
strenge heren:
de strenge heren (Q203p Gulpen)
|
periode van de ijsheiligen [VC 33 (1967)]
III-3-2
|
| 17911 |
persen |
persen:
pèèësje (Q203p Gulpen)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 19229 |
persoon met een lastig karakter |
lastige compre (fr.):
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
enge lestige kompeer (Q203p Gulpen)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 33566 |
perzik |
pche (fr.):
peèësj (Q203p Gulpen)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
| 19139 |
pesterij |
geplaag:
geplaog (Q203p Gulpen),
getempteer:
getempteer (Q203p Gulpen)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18281 |
pet: algemeen |
flat:
flet (Q203p Gulpen),
kap:
kap (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
pats:
patsj (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 20410 |
petekind |
patekind:
patekink (Q203p Gulpen),
petedochter:
peëtedochter (Q203p Gulpen),
petejong:
peëtejong (Q203p Gulpen)
|
een peetzoon [N 96D (1989)] || een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|