19957 |
poort |
poort:
pǭǝt (Q203p Gulpen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantaardappelen:
plãnt[aardappelen] (Q203p Gulpen)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
22806 |
pop |
pop:
en poep (Q203p Gulpen)
|
pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
poep (Q203p Gulpen),
wijfje:
wiefke (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
puppekas (Q203p Gulpen),
Karte 353.
poppenkast (Q203p Gulpen)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] || Puppentheater.
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canadas:
cannadas (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
canadas (Q203p Gulpen),
WLD
kanadas (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
popelaar:
popeleer (Q203p Gulpen)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)]
III-4-3
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefeuj (Q203p Gulpen),
portefui (Q203p Gulpen),
portefuij (Q203p Gulpen),
Karte 74.
porte(-)feuille (Q203p Gulpen)
|
Brieftasche || de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23695 |
portiuncula-aflaat |
portiuncula-aflaat:
dr pasjonkele aaflaot (Q203p Gulpen)
|
De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21203 |
postbode |
brievendrager:
breevendraeger (Q203p Gulpen),
brēvedraeger (Q203p Gulpen),
facteur (fr.):
facteur (Q203p Gulpen),
fakteur (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
post:
poͅs (Q203p Gulpen),
postbode:
postbode (Q203p Gulpen)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
21141 |
postkoets |
postkoets:
poskoetsch (Q203p Gulpen),
postwagen:
postwage (Q203p Gulpen)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|