e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punaise punaise (fr.): punaise (Gulpen, ... ) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt, stip punt: punt (Gulpen, ... ), stip: stip (Gulpen), tikje: tikske (Gulpen) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)] III-4-4
puntchiquetteerkwast puntchiquetteur: pøntsitø̜̄r (Gulpen) Chiquetteerkwast waarvan het haar in afzonderlijke bundeltjes is verdeeld. Zie ook het lemma 'Chiquetteerkwast'. [N 67, 39b] II-9
puntkwast puntkwast: pøntkwas (Gulpen) Kwast waarvan de haarbundel met touw om de steel is gebonden. [N 67, 30c] II-9
pupil pupil: pupil (Gulpen, ... ) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: purper (Gulpen, ... ) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
putter putter: putter (Gulpen) putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
putzwengel wip: wep (Gulpen) [SGV (1914)] I-7
quatertemperdag quatertemperdag: de drie quatertemperdaag (Gulpen) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raad raad: road (Gulpen) raad [SGV (1914)] III-1-4