e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenworm piering: pirng (Gulpen), pirring (Gulpen, ... ) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)] III-4-2
rei rei: (rei en - dansen).  rei (Gulpen) rei [SGV (1914)] III-3-2
reis reis: reis (Gulpen), rêês (Gulpen) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reiskoffer koffer: koffer (Gulpen, ... ), kòffer (Gulpen), Karte 365.  koffer (Gulpen), valies (<fr.): valies (Gulpen) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)] || Reisekoffer III-3-1
reizen reizen: reize (Gulpen), rêêze (Gulpen) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rek rek: rek (Gulpen) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekening rekening: ⁄n reèëkening sjtuure (Gulpen) rekening [een ~ sturen] [SGV (1914)] III-3-1
rekruut rekruut: rekruut (Gulpen, ... ) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
relikwie relikwien: relekwieë (Gulpen) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
relikwiekastje relikwienkastje: relekwieëkaeske (Gulpen) Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)] III-3-3