20792 |
rins |
zurig:
zurig (Q203p Gulpen),
zuurachtig:
zoerechtig (Q203p Gulpen)
|
lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
21214 |
riool |
riool:
riool (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || riool [SGV (1914)]
III-3-1
|
21200 |
rit |
rit:
rit (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
tocht:
toch (Q203p Gulpen)
|
de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] || rit [SGV (1914)]
III-3-1
|
25039 |
ritselen |
ritselen:
rietsĕle (Q203p Gulpen),
ritsele (Q203p Gulpen),
ritselen (Q203p Gulpen)
|
een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] || ritselen [SGV (1914)]
III-4-4
|
24647 |
robinia |
acacia:
acacia (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
accasia (Q203p Gulpen),
WLD
akasia (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
roggelle (Q203p Gulpen)
|
rochelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
23447 |
rochet |
rochet (fr.):
t rochet (Q203p Gulpen)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33478 |
rode aalbes |
miemelen:
miemmel (Q203p Gulpen),
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
mimmel (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemel (Q203p Gulpen),
rode miemelen:
mv: -e
roewe miemele (Q203p Gulpen)
|
[DC 13 (1945)]aalbes [N 82 (1981)], [SGV (1914)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
kroot:
krōt (Q203p Gulpen),
rode kroot:
rūǝ krōt (Q203p Gulpen)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20886 |
rode bieten |
rode kroten:
rode karoot (Q203p Gulpen)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|