e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
talud graaf: grāf (Gulpen) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamponeerborstel tamponeerkwast: tɛmpǝnērkwas (Gulpen) Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.] II-9
tamponeren tamponeren: tɛmponērǝ (Gulpen) Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b] II-9
tamponneerverf tamponneerverf: tɛmponēr[verf] (Gulpen) Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24] II-9
tand tand: tand (Gulpen, ... ), tant (Gulpen), tànt (Gulpen) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): teng (Gulpen) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tandenstoker tandenstoker: tandestoëker (Gulpen), tandsteker: tandsjteëker (Gulpen) een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tandpieng (Gulpen, ... ), tandping (Gulpen) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tandvlees (Gulpen) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] III-1-1
tante meun: mø͂ͅn}?? (Gulpen), tant: tant (Gulpen), neen  tant (Gulpen) moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)] || tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2