e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig verstandig: versjtändig (Gulpen) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies oogtand: owtand (Gulpen), òuwtànt (Gulpen) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstekhaak schrijfhaak: šrifhǫak (Gulpen) Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.] II-9
verstellen stukken: štø̜kǝ (Gulpen) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen koekepiep spelen: koekepiep [spelen} (Gulpen), koekverbergen: koek verberge (Gulpen), koekverberge (Gulpen) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstopte speen verstopte deem: vǝrstǫptǝ dē̜m (Gulpen) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verstuiken verstuiken: versjtøke (Gulpen), versjtøkt (Gulpen) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verteerde mest rotte stalmest: rotǝ štalmes (Gulpen) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertrouwen vertrouwen: vertroeë (Gulpen, ... ), vertrouwe (Gulpen, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): remplaçant (Gulpen, ... ) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1