e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlak, gelijk vlak: vlak (Gulpen) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlaktex gelijk stuk land: geliék stök land (Gulpen), vlakte: vlakte (Gulpen) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlam vlam: vlam (Gulpen) Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)] III-2-1
vlechten vlechten: flichte (Gulpen), vlechte (Gulpen) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vleermuis vlaarmuis: vlaarmoes (Gulpen) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2
vlees vlees: flèèsj (Gulpen, ... ), vlees (Gulpen), vlèsj (Gulpen), vlèèsj (Gulpen) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vlees conserveren roken: rø̜kǝ (Gulpen), zouten: zǭtǝ (Gulpen) Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.] II-1
vlees derven geen vlees eten: gèè vlèèsj eëte (Gulpen) Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)] III-3-3
vleeskant vleeskant: vlę̄jskant (Gulpen) De kant van de huid waar de haren van het dier niet gezeten hebben, de vleeskant. [N 60, 3b; N 60, 3c; N 36, 2b] II-10
vleesmolen hakmolen: hakmø̄lǝ (Gulpen) Met de hand bediend molentje dat het vlees tot worstvlees kleinmaalt. Het gemalen vlees wordt door een buisje in de hierover geschoven, schoongemaakte darm geperst. [N 28, 116; N 28, 114; monogr.] II-1