e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorhuid velletje: velke (Gulpen) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voornemen voornemen: e väöerneëme (Gulpen) wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)] III-1-4
voornemen om niet meer te zondigen voornemen om geen zonde meer te doen: t vurnumme um geng zung mie te daoë (Gulpen) Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)] III-3-3
voornemens zijn het voornemen hebben: ⁄t väöerneëme hubbe (Gulpen), voorhebben: väöer hubbe (Gulpen) van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
vooroverduikelen tuimelen: tømelle (Gulpen) tuimelen [SGV (1914)] III-1-2
voorraad voorraad: veurraod (Gulpen), vuurraod (Gulpen), véúraod (Gulpen) de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)] III-3-1
voorschoot scholk: šǫlǝk (Gulpen) Volgens de informant van L 383 is de voorschoot blauw en volgens die van L 377 wit van kleur. [N 29, 102c; N 29, 102a; N 29, 102e; N 29, 102f; monogr.] II-1
voorschoot, schort (alg.) scholk: sjolk (Gulpen, ... ) Hoe noemt men het katoenen, wollen of zijden kledingstuk, dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleren tegen vuil worden te beschermen en dat of de gehele voorzijde van het lichaam, of hoofdzakelijk de rok bedekt ? [DC 15 (1947)] || voorschoot [SGV (1914)] III-1-3
voorteken voorteken: veuërtêêke (Gulpen) voorteeken [SGV (1914)] III-3-3
vooruit weg: węx (Gulpen) Voermansroep om het paard vooruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95f en 96; L 1 a-m; L B 2, 253; L 26, 2; L 36, 81a; S 41; monogr.] I-10