22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
ierlik (Q203p Gulpen)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
de usjte kemune (Q203p Gulpen)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32959 |
eerste grasoogst |
eerste snid:
eerste snid (Q203p Gulpen)
|
Naar analogie van de eerste, tweede en derde hooioogst heeft men de informanten ook de vraag voorgelegd of er specifieke benamingen zijn voor de grasoogsten, wanneer een weide niet wordt afgehooid, maar afgegraasd. In dit lemma staan de opgaven voor het gras dat de beesten de eerste keer dat ze in de weide worden gelaten afgrazen en voor zover deze afwijkend zijn van die uit het algemene lemma ''gras''. [N 14, 129a]
I-3
|
32956 |
eerste hooioogst |
eerste snit:
īǝštǝ šnet (Q203p Gulpen)
|
Hier zijn opgenomen de benamingen van de eerste hooioogst die zijn opgegeven in tegenstelling tot die voor de tweede hooioogst; wanneer de opgave hetzelfde was als die voor hooi in het algemeen, is deze niet hier, maar bij het lemma ''hooi'' ondergebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128a]
I-3
|
24043 |
eerste mis van de neomist |
eerste mis:
de usjte mes (Q203p Gulpen)
|
De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23782 |
eerste zondag van de vasten |
eerste zondag van de vasten:
usjte zondig van de vaste (Q203p Gulpen)
|
De eerste zondag van de vasten (Fakkelzondag, walmenzondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24972 |
eerstvolgend, ernaast |
ander jaar:
⁄t ander joar (Q203p Gulpen)
|
eerstvolgend, direct op een genoemde volgend [naast] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20520 |
eetbare slak |
karakol:
karkol (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
krakol (Q203p Gulpen)
|
slak; Hoe noemt U: Een eetbare slak (karakol, kreukel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20613 |
eetlust |
douwens:
douwes (Q203p Gulpen)
|
lusten; Hoe noemt U: Houden van een bepaald soort eten of drinken; zin hebben in eten of drinken (lusten, mogen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23912 |
eeuwig |
eeuwig:
ieëwig (Q203p Gulpen)
|
Eeuwig [ieëweg, èwwig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|