17710 |
geluidloos een wind laten |
ene op de sokken laten (gaan):
enge op de zökke laote (Q203p Gulpen)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19273 |
gelukken |
gelukken:
gelukken (Q203p Gulpen),
lukken:
lukke (Q203p Gulpen)
|
een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
bofferd:
bofferd (Q203p Gulpen),
geluksvarken:
geluksverke (Q203p Gulpen)
|
iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelich (Q203p Gulpen),
gemekkelijk (Q203p Gulpen),
ps. niet omgespeld.
gemäkkelig (Q203p Gulpen),
op zijn gemak:
op zie gemaak (Q203p Gulpen)
|
geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
19226 |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken |
passen:
passe (Q203p Gulpen)
|
de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24850 |
gemalen schors |
looi:
loeē (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones oe = lang
loeë (Q203p Gulpen)
|
Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
meel:
mē̜l (Q203p Gulpen)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|
22441 |
gemaskerd persoon |
vastenavondsgek:
vastenaovendsgek (Q203p Gulpen)
|
Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
geming (Q203p Gulpen),
laag:
liĕg (Q203p Gulpen)
|
gemeen [SGV (1914)] || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemingte (Q203p Gulpen)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|