| 23283 |
parochie |
parochie:
n parochie (Q203p Gulpen)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23231 |
pasen |
pasen:
Possje (Q203p Gulpen)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 21217 |
pasfoto |
foto:
foto (Q203p Gulpen),
pasfoto:
pasfoto (Q203p Gulpen)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
ps. boven de "a"staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (omgespeld volgens Frings is het inderdaad een a).
pas (Q203p Gulpen)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18183 |
passen |
goed passen:
good passe (Q203p Gulpen),
passen:
passen (Q203p Gulpen)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 23784 |
passiezondag |
voorlaatste zondag voor de vasten:
d`r väöerletste zondig vur de vaste (Q203p Gulpen)
|
De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 33561 |
pastinaak |
pasternakel:
WLD
pasternakel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
nne pasjtoer (Q203p Gulpen),
pasjtu.ər (Q203p Gulpen)
|
Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND]
III-3-3
|
| 25361 |
pastoorsstuk |
het beste:
ǝt bɛstǝ (Q203p Gulpen)
|
Het stuk vlees dat de pastoor krijgt. Dat is geen bepaald stuk, meestal is het het beste van de slacht. Het stuk krijgt vaak de normale slachtersbenaming. In dit lemma worden deze normale slachtersbenamingen voor de diverse stukken vlees weggelaten. Zij worden opgenomen in deel III van het woordenboek bij het onderdeel: ''Producten van de slacht''. [N 28, 103; monogr.]
II-1
|
| 23236 |
pastorie |
pastorie:
de pastorie (Q203p Gulpen),
pasterrie (Q203p Gulpen)
|
Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] || pastorie [SGV (1914)]
III-3-3
|